Hans De Booij - Thuis Ben

Als 's morgens vroeg haar haar nog in een waaier
Ligt, ze rekt zich uit, d'r huid is zacht en bezweet
Als 's morgens vroeg haar dag begint gordijnen
Dicht, de eerste uren nog niet aangekleed

Dan weet ik dat ik thuis ben
Dan weet ik dat ik thuis ben
Dan weet ik dat ik thuis, thuis ben

Als 's middags de wielen van m'n auto
Gonzen, en m'n zonnebril begint te gloeien
Als 's middags m'n hoofd begint te bonzen
En ik d'r adem in m'n hals al haast kan voelen

Dan weet ik dat ik bijna thuis ben
Dan weet ik dat ik bijna thuis ben
Dan weet ik dat ik bijna thuis, thuis ben

Als 's avonds de lichten dan langzaam aangaan
En de verliefden samen drinken uit 1 glas
Als ze tegen mij aanleunt, zacht, versleten jeans aan
Zij houdt van mij en ik hou haar vast

Dan weet ik dat ik thuis ben
Dan weet ik dat ik thuis ben
Dan weet ik dat ik thuis, thuis ben
Ja, dan weet ik dat ik thuis ben
Dan weet ik dat ik thuis ben
Dan weet ik dat ik thuis, thuis ben